Vanaf mijn pubertijd wist ik al dat ik opviel bij de dames. Op dit moment voelde ik iemands ogen in mijn rug prikken. Ik keek achterom. Waarschijnlijk stond ze daar al 5 minuten. Toen ik het perron een kwartier geleden betrad stond ze er nog niet. Ze bleef mij maar aankijken. Ik kende haar niet. Haar ogen dwongen mij om haar aan te blijven kijken. Haar blik had iets treurigs. Ik draaide mijn ogen van haar weg, maar kon niet voorkomen dat ik weldra weer naar haar keek. Op de een of andere manier had ze iets aantrekkelijks. Ze had een slank figuur waar ik wel op viel. Of waren het haar lange benen. Ik draaide mijn ogen plotseling van haar weg en ging zitten op een lege bank. Mij trein was nog niet in aantocht. Het station was praktisch verlaten. Onverwachts zetten ze zich in beweging en kwam naar mij toegelopen.
‘Volgens mij komt u hier voor de eerste keer. Ik heb u hier nog nooit gezien. Ik heet Irma en ze stak direct haar hand uit.’
Zou ze om een praatje verlegen zitten vroeg ik mij af?
‘Mijn naam is Roel’ antwoordde ik enigszins verbaasd en gaf haar een hand.
‘Elke dag vertrek ik met deze trein. Ik studeer hier in Nijmegen samen met mijn broer. Altijd reisde ik samen met mijn klasgenoot Jelle. Op een keer vertrok hij eerder van school. Toen ik een kwartier later op het perron arriveerde stond onze trein er nog. Er stond een groepje mensen bij elkaar. Ook was er politie en brandweer aanwezig’ zei ze.
De rillingen liepen over mijn rug bij het vertellen van haar verhaal. Waarom vertelde ze dit aan mij? Ik, die een wildvreemde voor haar was. Wat een bizarre boodschap.
Even viel er een stilte tussen ons, die plotseling werd onderbroken door de trein die het station binnenreed.
‘Vertrek je nu ook met deze trein?’ vroeg ik aan haar.
‘Jazeker, want ik ga nu naar huis. Ik wacht op mijn broer. Wij reizen samen, ziet u. Sinds mijn klasgenoot Jelle hier is overleden durf ik niet meer alleen te reizen. Ik wilde u mijn verhaal vertellen. U leek mij wel sympathiek.’
Wat een wonderlijke ontmoeting had ik met deze vrouw, bedacht ik mij opeens. In eerste instantie dacht ik dat ze met mij flirtte. Nu had ik had medelijden met haar.
Net op het moment dat ik de trein wilde instappen kwam er een jongeman onze kant oprennen.
‘Irma! wacht even? en met een sprong op de treeplank kwam hij de trein binnen die bijna op het punt stond om te gaan vertrekken. Irma stapte ook in en liep vrijwel direct de coupé in en ging zitten. Ik stond tegenover de jongen in het gangpad.
‘Bent u de broer van Irma? vroeg ik. Ze vertelde zojuist aan mij dat jullie samen reizen.’
‘Mijn naam is Ted en Irma is inderdaad mijn zus.’
‘Heeft ze u soms lastig gevallen mijnheer? Ze heeft u zeker verteld over een klasgenoot die voor de trein is gesprongen. Het is recent gebeurd. Ze heeft een trauma opgelopen.’
‘Dat geloof ik graag!’ antwoordde ik.
‘Na het incident reis ik samen met haar. Ze is onder behandeling van een psychiater, volgde hij zijn verhaal.’
‘Ze heeft zo af de toe de gewoonte om wildvreemde mensen aan te klampen en hun te vertellen over het drama dat haar is overkomen. Toch gaat het al wat beter met haar, volgens de psychiater. Op aanraden van onze ouders reizen wij voorlopig samen. Na het incident durft ze niet meer alleen te reizen. Het heeft alleen met dit station te maken. Nu ontferm ik mij voorlopig over haar.’
‘Hou haar maar goed in de gaten Ted. Ze moet blijkbaar haar verhaal kwijt. Vandaar dat ze mensen aanspreekt. Dat is haar manier van verwerken.
‘Dat laatste zei de psychiater ook al tegen mijn ouders.’
Intussen had de trein alweer een paar stations aangedaan.
‘Ik zie dat ik zo dadelijk moet uitstappen Ted. De trein rijdt bijna het station binnen waar ik moet zijn, vertelde ik hem.
Ik gaf hem een hand en keek om de hoek van de coupé waar Irma in gedachten door het raam keek.
‘Dag Irma, het beste met jou!’
Ze reageerde niet. Blijkbaar was ik voor haar een momentopname geweest. Eén van de velen die haar verhaal blijkbaar hadden aangehoord.
Ik groette Ted en stapte snel de trein uit. Even hapte ik naar frisse lucht toen ik het treinstation had verlaten. Het was een wonderlijke ontmoeting geweest met een dramatisch tintje.